Moffenschans

Edwin Hamelink


Halverwege de Axelsestraat staat een vrij oude boerenwoning, op de gevel staat de naam Moffenschans. Velen denken dat dit gewoon een oud huis is en weten niet waar de naam, die bij de meesten herinneringen oproept aan de Tweede Wereldoorlog, vandaan komt. In het jaar 1621 schrijft de bekende botanicus, letterkundige en predikaat Petrus Hondius een groot gedicht dat was opgedragen aan Johan Serlippens, oud burgemeester van Axel, Neusen en Biervliet. Dit boek draagt de titel "Dapes inemptae of de Moufe-schans, dat is de soeticheyt des buyten-levens vergheselschapt met de boucken". Het blijkt wel dat de naam van dit statige huis enkele eeuwen ouder is dan dat de meesten denken. Voor een verklaring van de naam moeten we terug naar de Tachtigjarige Oorlog in het jaar 1583. 
Na de bevrijding van de Spanjaarden, dreigde Terneuzen in 1583, door het overlopen van de hoge baljuw Servaas van Steelant van Staatse naar Spaanse zijde, toch weer in Spaanse handen te vallen. Bijna de gehele omgeving viel weer in Spaanse handen. De plaatsen Hulst, Axel en Sas van Gent werden door het overlopen van Servaas van Steelant weer Spaans grondgebied. Gelukkig werd dit in Terneuzen nog net verijdeld. Op zondagmiddag 6 november 1583 vertrok Filippe von Hohenlohe vanuit Middelburg naar Terneuzen. Rond middernacht landde Philippe von Hohenlohe, met 10 vendels (± 1000 man) grotendeels Duitse huursoldaten bij Terneuzen. 
De Duitse soldaten legden ten zuiden van Terneuzen een schans aan. Deze schans was gelegen aan de huidige Axelsestraat. Dit bouwwerk werd bekend onder de naam "Moffenschans". Het doel van deze militaire operatie was aan Antwerpen de vaart op de Schelde te verzekeren en de vijand uit het Land van Waes te verdrijven. 
Op 11 en 12 november vonden er schermutselingen plaats met de troepen van von Hohenlohe. Van Spaanse zijde probeerde men de werkzaamheden aan de schans te bemoeilijken door het uitvoeren van inundaties. Eveneens werden aan de Spaanse zijde de verdedigingswerken van Axel, Sas van Gent en Hulst uitgebreid. Bij Philippine werd een schans opgeworpen. Terneuzen vormde een grote bedreiging voor Parma. Terneuzen kon een steunpunt worden voor de bevoorrading van Gent en voor een aanval op zijn leger wanneer hij het beleg voor Antwerpen zou hebben geslagen. Het bezit van Terneuzen zou ook van belang zijn om het onveilig te maken voor de vijandelijke scheepvaart op de Schelde, richting Antwerpen. Eind 1583, begin 1584 werd door de Spanjaarden een tegenfort van de Moffenschans opgeworpen, dit was waarschijnlijk het fort bij Triniteit. 
De Moffenschans zou een grote schans zijn geweest met loopgraven en wallen. De bouwkosten bedroegen 42000 gulden. Voor die tijd een heel bedrag. Het bouwen van de Moffenschans ging niet zonder moeilijkheden. Men ondervond problemen met vechtpartijen, dronkenschap en muiterij. Verder werd er te weinig geld gestuurd. De commanderende Kolonel Caulier was naar het schijnt veeleisend en deed er alles aan om bij de Staten van Zeeland voldoende middelen los te krijgen zoals: sparren, turf, lonten en spiesen voor de fortificatie. Het voornaamste waar hij om verzocht waren de financiële middelen om de aardewerken te kunnen voltooien. Hij was zelfs zo veeleisend dat de gecommitteerde Raden dreigden ermee te stoppen. 

Door het bouwen van de Moffenschans kon Terneuzen voor de Staatse zijde behouden blijven. In 1583 werd een begin gemaakt om van Terneuzen een sterke vesting te maken waarin een garnizoen werd gehuisvest. Vanuit de vesting Terneuzen werden aanvallen uitgevoerd op het omliggende Spaans gebied. Omdat Axel in 1584 nog steeds Spaans was kreeg Terneuzen op 23 april 1584 van Willem van Oranje stadsrechten. (Zie het artikel elders op deze site). 
Tien jaar later was de Moffenschans verlaten, waarna burgemeester Johan Serlippens er een buitenverblijf van maakte. De verdedigingswerken werden gedeeltelijk gesloopt. In 1604 kreeg de Hervormde Kerk een nieuwe predikant. Dit was Petrus Hondius, aanvankelijk woonde hij in de pastorie. Hondius had een goede vriendschappelijke relatie met Serlippens en diens vrouw. Dit was er de oorzaak van dat Hondius hier na burgemeester Serlippens ging wonen. Hier op de Moffenschans schreef hij zijn vele literaire werken en besteedde hij veel tijd aan zijn zeer grote botanische tuinen die hij rond de Moffenschans bezat. Hij was de eerste die de aardappel in deze streken introduceerde. In 1621 overleed Hondius. 

Vele jaren is de Moffenschans met bijbehorende schuur een boerderij geweest. In 1896 werd er op de plaats van de oude woning van de Moffenschans een nieuwe boerenwoning gebouwd. De eerste steen van deze woning is op 5 mei 1896 gelegd door Adriana de Bruijne. Het woonhuis werd in de vijftiger jaren opgenomen in de woningbebouwing van het groeiende Terneuzen. Het enigste dat eraan herinnerd dat hier een schans is geweest is dat de nog steeds bestaande woning enigszins op een verhoging is gebouwd.

600_moffenschans_axelsesttraat_2.jpg