Arsenaalkazerne Terneuzen
door Edwin Hamelink
Ten gevolge van de Belgische Revolutie in 1830 werd de vesting Terneuzen versterkt en vernieuwd en werd het garnizoen uitgebreid. Op 26 maart 1839 werd de bomvrije Arsenaalkazerne aanbesteed. De aanneemsom voor dit bouwwerk bedroeg Hfl. 202.000,--.
Het gebouw maakte deel uit van het zogenaamde "kogelpark" in Bastion I van de vesting. Achter de Arsenaalkazerne werd een affuitloods gebouwd. En hier naast kwam de infirmerie, een militair ziekenhuis.
De arsenaalkazerne bestaat uit een kelderverdieping, een begane grond en een eerste verdieping. Het gebouw was verdeeld in zeven lokalen bedekt met cirkelvormige gewelven van meer dan een meter dik. De noordelijke en de zuidelijke buitenmuur van het gebouw zijn 4,70 meter dik. De andere muren variëren in dikte tussen de 60 cm en 120 centimeter. Bovenop het gebouw was een laag met grond aangebracht.
In gewone omstandigheden werden 14 onderofficieren en 117 manschappen in de kazerne gelegerd. In buitengewone omstandigheden konden er 19 onderofficieren en 249 manschappen in het gebouw worden gelegerd.
De beide zuidelijke en de beide noordelijke lokalen van de kelderverdieping van het arsenaalgebouw werden ingericht tot regen- met filtreerbakken. De kelders onder het gebouw konden "225600
kannen water" bevatten (de inhoud van één kan verschilt per plaats, maar komt ongeveer overeen met één liter).
Het gebouw heeft tot ca. 1955 een militaire bestemming gehad, waarna het aan een particulier is verkocht. Heden ten dage heeft de arsenaalkazerne grotendeels een horecabestemming. In 1997 werd het gebouw op de monumentenlijst geplaatst.