Triniteit
door Edwin Hamelink
De geschiedenis achter deze wijknaam gaat veel verder terug dan wat iedereen denkt.
Omstreeks 1300 werden de schorren ten zuiden van Terneuzen ingepolderd in opdracht van Maria van Artois, weduwe van Jan van Namen. Zij verzocht op 19 september 1336 aan de bisschop van Utrecht een kerk en een hospitaal te mogen stichten in deze nieuwe polder.
Op 14 mei 1339 gaf graaf Willem van Namen driekwart van zijn erfdeel in het poldertje Triniteit aan Maria van Artois, om hierop de kerk te stichten. 8 november 1339 werd de bisschoppelijke toestemming verleend tot het stichten van de kerk.
Al vrij snel werd de kerk van Triniteit en het kerkhof door de plaatsvervanger van de Utrechtse bisschop ingewijd, dit gebeurde op 21 januari 1340.
Enkele dagen later, op 31 januari 1340, verzoekt Maria van Artois toestemming van de aartsbisschop van Namen tot het stichten van een hospitaal. Dit hospitaal werd ook ergens in Triniteit gebouwd. Het beheer van de kerkelijke eigendommen berustte bij de machtige St. Pietersabdij te Gent. Later werden rond de kerk een aantal huizen gebouwd. Er zou ook een molen hebben gestaan in Triniteit.
Het einde
In 1574 overspoelde de polder door oorlogsinundaties, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, en verdween het gehucht. De polder werd in 1612 herdijkt. De begraafplaats werd na de bedijking weer terug in gebruik genomen, en was voor vele jaren de Terneuzense begraafplaats. Zij deed dienst tot 1850. In 1827 was de begraafplaats ongeveer 2500 vierkante ellen groot.
Waar lag Triniteit
Het gehucht met kerk lag op de kruising Axelsestraat met de Frederik van Eedenstraat, waar nu de nieuwe kantoorvilla’s worden gebouwd. In het verleden zijn er op deze locatie vele skeletten gevonden. Voor zover bekend zijn de fundamenten van kerk, hospitaal en molen nog nooit gevonden.